5 - Differentiatie
Differentiatie staat centraal wanneer je via je didactiek wilt gaan inspelen op de aanwezige diversiteit.
Het verschil tussen convergerende en divergerende differentiatie is belangrijk: laten we leerlingen aan dezelfde doelen werken, eventueel elk op een andere manier (convergerend), of laten we leerlingen elk aan eigen doelen werken (divergerend)? Belangrijk hierbij is om het gemeenschappelijke curriculum voor ogen te houden en doelgericht te werken.
Bij differentiatie is het belangrijk om te werken vanuit een diversiteits-paradigma, en niet vanuit een deficit-denken. Elk kind is anders en heeft in de klas andere voorkennis, ondersteuningsnood of voorkeur. Dat is geen probleem. Dat is de realiteit. Daarom is het belangrijk dat leraren weten op welke manier ze in hun les kunnen differentiëren op zowel convergerende als divergerende manieren.
Om de instructie taal en de meertalige realiteit te combineren in een klaslokaal doormiddel van differentiatie komen verschillende dingen kijken:
- een sterke visie op taalverwervingsprocessen;
- een krachtige leeromgeving;
- een duidelijke, op bewijs gebaseerde visie op meertaligheid;
- een sterk beoordelingsbeleid.
Een goed doordacht schooltaalbeleid besteedt aandacht aan zowel de instructietaal als aan de multiculturele realiteit. Het combineren van deze twee impliceert een sterke visie op de bovengenoemde aspecten.