Over Edina

Het EDINA project - EDucation of International Newly Arrived migrant pupils - is ontwikkeld door Emmanuelle le Pichon-Vorstman en Venhar Sariaslan. Het bracht beleidsmakers, scholen en onderzoekers uit Finland (Helsinki), België (Gent) en Nederland (Rotterdam en Utrecht) samen. Dit project is in september 2018 succesvol afgerond. In september 2019 is gestart met een opvolging van EDINA, met deels nieuwe partners. Dit nieuwe project brengt beleidsmakers, scholen en onderzoekers samen uit België (Gent en Luik), het Verenigd Koninkrijk (Leeds), Spanje (Oviedo) en Nederland (Rotterdam en Utrecht).

EDINA wil ondersteuning te bieden aan gemeenten, scholen en leerkrachten bij de ontvangst en integratie van nieuwkomersleerlingen in het schoolsysteem. De grote toestroom van nieuwkomersleerlingen in en binnen Europa maakt dat scholen een constante toename ervaren van leerlingen die de schooltaal niet machtig zijn. Deze situatie is een enorme uitdaging voor het Europese schoolsysteem. Dat een succesvolle ontvangst van nieuwkomersleerlingen in hun nieuwe scholen van groot belang is om hen optimaal te laten integreren, staat buiten kijf.

De drie landen verzorgen onderwijs voor kinderen en adolescenten, onafhankelijk van hun verblijfstatus. Echter, criteria wat betreft de ontvangst, duur van eventueel speciaal onderwijs, transitie naar regulier of naar het voortgezet onderwijs, vormgeven van leeromgevingen en onderwijsachtergrond van leerkrachten variëren sterk binnen en tussen de landen. Op dit moment is het onbekend welke aanpak het effectiefst is. Er is daarom een grote behoefte om de meest succesvolle strategieën om het onderwijs aan nieuwkomersleerlingen te verbeteren te identificeren en om deze kennis beschikbaar te maken aan scholen in Europa. Op deze manier zullen deze scholen versterkt worden en uiteindelijk de perspectieven van deze kwetsbare groep leerlingen kunnen verbeteren.

Ons project volgt een multi-modulair programma. Dit programma bevat

  • een module om specifieke leerkrachtvaardigheden en (interculturele) competenties te ontwikkelen (ontwikkeld door de Universiteit van Helsinki),
  • een module om actieve differentiatie binnen het klaslokaal aan te moedigen (ontwikkeld door het Steunpunt Diversiteit en Leren van de Universiteit Gent),
  • en een toolset en hulpbronnen om de ontvangst, observatie en transitieprocessen van nieuwkomersleerlingen te optimaliseren (ontwikkeld door de Universiteit Utrecht).

De bijzondere kracht van dit programma is dat de verschillende modules ontwikkeld zijn door een interdisciplinair team van leerkrachten, schoolbesturen, gemeenten en onderzoekers vanuit de velden pedagogiek, didactiek, interculturele communicatie en tweede taalverwerving. Leerkrachten, scholen, gemeenten en beleidsmakers kunnen het inzetten. Het is gebaseerd op een grondige kwalitatieve analyse van de situatie van nieuwkomersleerlingen (leeftijd 6-18) in de schoolsystemen van de drie betrokken landen.

De doelen zijn
(1) onder- of oververwijzing naar speciale hulp verkleinen, adequate strategieën en activiteiten voorstellen om leerkrachten, scholen en gemeenten te helpen deze kinderen te ondersteunen,
(2) de efficiëntie waarmee er geïnvesteerd wordt in de educatie van nieuwkomersleerlingen vergroten,
(3) de educatie en trainingspaden van schoolmedewerkers versterken en de samenwerking tussen scholen, gemeenten en onderzoekers nationaal en internationaal verder uitbreiden.

Met dit programma willen we bereiken dat nieuwkomersleerlingen toegang krijgen tot het onderwijsniveau dat aansluit bij hun cognitieve mogelijkheden, interesses en talenten.