Portretten
In dit gedeelte staan portretten van docenten die hebben geëxperimenteerd met samenwerkingspraktijken in Australië.
Lees dit voor meer informatie artikel van Minh Hue Nguyen (2021).
Anne en Jane
Anne is een natuurkundeleraar en Jane is een lerares Emgels, op een middelbare school die vluchtelingenstudenten in Australië opvangt.
“Voor de les bespreken we de inhoud van de les. Anne laat me vaak de werkbladen zien, of legt uit wat ze gaat doen, om te kijken of er woorden in voorkomen die kinderen niet zullen begrijpen. Het kan een eenvoudige opdracht zijn, maar in de uitleg kunnen er woorden voorkomen die de kinderen niet begrijpen. In dat geval vullen we de uitleg aan met eenvoudigere woorden. Anne neemt het door, en schrijft terwijl ze de opdracht bespreekt, de betekenis van de andere woorden op het bord.’ (Jane)
Dankzij het voorbereidende werk dat vóór de les was gedaan, was Jane in staat om de taalkundige elementen te identificeren die problemen zouden kunnen opleveren voor de vluchtelingstudenten, en aanvullende uitleg of pre-teaching voor te bereiden. Ze kon ook de lesmaterialen van de exacte vakken voorzien van aanvullende uitleg en Anne kon ze zelf gebruiken om deze taalelementen expliciet aan de studenten bij te brengen.
Minh Hue Nguyen merkt ook op dat uit de gegevens blijkt dat beide docenten hun samenwerkingsactiviteiten gelijk begonnen, een kenmerk van effectieve samenwerking die in de literatuur wordt vermeld (Bell & Baecher, 2012; Honigsfeld & Dove, 2015, 2019). Ze plannen samen leren en ontwikkelen bronnen. Anne, de deskundige op het gebied van exacte vakken, heeft er een gewoonte van gemaakt om haar lesplannen aan Jane, de alfabetiseringsdeskundige, te laten zien.
Jane en Anne hebben ook samengewerkt om met de Kahoot-applicatie formatieve beoordelingen te bieden aan studenten in de lessen in exacte vakken.
“Dus met een Kahoot, terwijl Anne aan het lesgeven was, bezig was met het het periodieke systeem, de groepen en de periodes aan het uitleggen was en wat dan ook, veel van de kennis die ze de studenten gaf, typte ik Kahoot-vragen. Eh.. en toen liet ik haar de Kahoot zien, en vroeg: “Is dit logisch?” omdat ik geen natuurkundelerares ben. “Zijn er nog andere vragen die we kunnen toevoegen?” Dus we zaten samen, keken naar de vragen en dan zij ze: “doe deze weg, …eh.. laten we deze toevoegen’. Dus ik begon met de opzet, en we gingen we samen zitten. We bespraken welke andere informatie, welke andere vragen konden worden toegevoegd. [….] En dan in de klas, de eerste keer, omdat Anne de Kahoot niet had gezien, heb ik de les gedraaid. Ik liet haar zien hoe het werkt, en de kinderen hadden het al gebruikt, dus die kenden het.” (Jane)
Deze samenwerkingspraktijk toont de hoge mate van betrokkenheid van beide docenten bij het beoordelingsproces.
Inspireren deze portretten je? Hoe kun je met je collega’s communiceren over je leerlingen, hun behoeften, hun vaardigheden?