Gebruik van de moedertalen in de klas

Ewa

Vandaag is Ewa voor het eerst op school. Ze is een maand in Nederland met haar moeder. Haar vader is nog steeds in Polen. Ewa brengt veel tijd door met haar Poolse vrienden. Ewa wordt in een groep geplaatst met drie andere leerlingen. Een daarvan is Katarzyna, een Pools meisje dat al vijf maanden in deze klas zit en die Ewa kent. De leraar gaf Katarzyna toestemming om de eerste weken enkele dingen in het Pools in uit te leggen, bijvoorbeeld als Ewa een opdracht niet begreep. Een maand later merkt de leraar echter op dat Katarzyna en Ewa tijdens opdrachten die ze zelfstandig moesten uitvoeren nog steeds vaak Pools met elkaar spreken. Hij roept ze naar zijn bureau en zegt dat ze nu alleen de schooltaal mogen spreken.

Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat het gebruik van de moedertaal van een leerling in de klas voordelen biedt bij zowel het leren van de schooltaal (Prasad, 2013) als de ontwikkeling van cognitieve en andere (academische) vaardigheden (Trammell, 2016). Op basis van wat de leerling kan doen, bijvoorbeeld wiskunde in taal X of zingen in taal Y, kan een brug worden geslagen tussen wat de leerling al onder de knie heeft en nog moet leren (Le Pichon, 2012). Daarom is het alleen maar positief dat Ewa, samen met Katarzyna, wat ze weet, namelijk Pools, verbindt met wat ze nog moet leren.

Helaas wordt de veeltaligheid van nieuwkomersleerlingen niet erkend als een positieve factor in het beleid van veel scholen. In veel gevallen worden de talen van de leerlingen zelfs genegeerd of als inferieur beschouwd. Volgens onderzoeker Auger (2009) verwarren leraren vaak de academische en linguïstische vaardigheden, waardoor ze een negatief beeld krijgen van meertaligheid in de klas. Door de eigen talen van de kinderen te stimuleren / te gebruiken, kunnen leerlingen cognitieve en taalkundige verbanden leggen die de (taal)ontwikkeling ondersteunen en ook extra waarde toevoegen aan hun bestaande kennis. Het is het beste als er schoolbrede beleidsregels en lesplannen zijn waarin de eigen talen ter ondersteuning worden verwerkt en aangeboden (Rivera et al., 2010).

Gebruik van moedertalen in je klas, ja of nee? En waarom?

Wanneer mogen leerlingen in je lessen in hun moedertaal discussiëren of spreken? Is dit überhaupt toegestaan? Denk aan de redenen waarom leerlingen dit wel of niet mogen doen. Nadat je dit gedaan hebt, bedenk dan, op basis van wat je net gelezen hebt, waarom dit eigenlijk wel nuttig zou kunnen zijn.

Hoe betrek je de talen van de leerlingen in de klas?

Op welke manieren zou je de verschillende moedertalen in je klas of in je lessen kunnen integreren? Doe je dat al? Waarom of waarom niet?